EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001AB0503(01)

Advies van de Europese Centrale Bank van 6 april 2001 op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende een Commissievoorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 inzake structurele bedrijfsstatistieken (CON/2001/3)

OJ C 131, 3.5.2001, p. 5–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52001AB0503(01)

Advies van de Europese Centrale Bank van 6 april 2001 op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende een Commissievoorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 inzake structurele bedrijfsstatistieken (CON/2001/3)

Publicatieblad Nr. C 131 van 03/05/2001 blz. 0005 - 0005


Advies van de Europese Centrale Bank

van 6 april 2001

op verzoek van de Raad van de Europese Unie betreffende een Commissievoorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 inzake structurele bedrijfsstatistieken

(CON/2001/3)

(2001/C 131/03)

1. Op 27 februari 2001 onving de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad van de Europese Unie een verzoek om een advies betreffende een ontwerpverordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG, Euratom) nr. 58/97 inzake structurele bedrijfsstatistieken (hierna genoemd "de ontwerpverordening").

2. De bevoegdheid van de ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 105, lid 4, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Een gemeenschappelijke kader voor het verzamelen, opstellen, toezenden en evalueren van communautaire statistieken over de structuur, de activiteiten en de prestaties van monetaire financiële instellingen (MFI's) en overige financiële intermediairs, met uitzondering van verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, valt binnen de statistische bevoegdheden van de ECB zoals bepaald in artikel 5 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het Reglement van Orde van de ECB is dit advies door de Raad van bestuur van de ECB goedgekeurd.

3. De ontwerpverordening strekt tot aanvulling van de vigerende verordening inzake structurele bedrijfsstatistieken door toevoeging van twee sectorspecifieke bijlagen, een over kredietinstellingen en een over pensioenfondsen en, in bijlage 1, een gemeenschappelijke module voor jaarlijkse structurele statistieken, om de horizontale module voortaan ook van toepassing te laten zijn op financiële intermediairs, pensioenfondsen en ondersteunende activiteiten in verband met financiële intermediairs. Tenslotte worden in bijlage 2, betreffende een gedetailleerde module voor de structurele bedrijfsstatistiek van de industrie, twee extra variabelen op milieugebied ingevoerd.

4. De ECB verwelkomt de aanneming van de ontwerpverordening als een belangrijke stap op weg naar hoog kwalitatieve statistieken betreffende financiële diensten. De ECB stelt belang in de tijdige beschikbaarheid van indicatoren die licht kunnen werpen op structurele ontwikkelingen en de stabiliteit van het bankwezen en het financiële stelsel en die kunnen bijdragen tot verbeterde macro-economische statistieken. De ECB neemt nota van de slechts beperkte overlapping tussen deze statistieken en de door de ECB voornamelijk voor monetaire beleidsdoeleinden verzamelde statistieken.

5. De ECB neemt nota van de stelling in de toelichting dat het opstellen van deze statistieken voor de ondernemingen en de nationale gegevensverstrekkende instanties nauwelijks of geen extra belasting met zich meebrengt. De ECB begrijpt evenwel dat een aantal lidstaaten niet beschikt over alle vereiste gegevens. Daarenboven wijst de ECB erop, dat de aanvullende statistieken inzake bijlage 6 (module inzake kredietinstellingen) in een aantal landen de rapportagelasten voor nationale centrale banken als gegevensverstrekkende instanties daadwerkelijk kunnen verzwaren. De ECB begrijpt, dat de voornoemde statistische vereisten de tijdige en accurate gegevensverstrekking aan de ECB voor de uitoefening van haar taken onverlet laten.

6. De ECB neemt nota van het feit dat op de herziening van de verordening van de Raad te zijner tijd voorstellen zullen volgen voor vier verordeningen van de Commissie betreffende de uitvoering van de verordening. De ECB verwacht ten aanzien van deze aspecten te worden geraadpleegd

7. Dit advies wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschapen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 6 april 2001.

De President van de ECB

Willem F. Duisenberg

Top