EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AB0045

Advies van de Europese Centrale Bank van 8 oktober 2008 inzake een voorstel voor twee verordeningen van de raad betreffende op euromuntstukken lijkende medailles en penningen (CON/2008/45)

OJ C 283, 7.11.2008, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 283/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 8 oktober 2008

inzake een voorstel voor twee verordeningen van de raad betreffende op euromuntstukken lijkende medailles en penningen

(CON/2008/45)

(2008/C 283/01)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 25 september 2008 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een Verordening van de Raad houdende de wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromuntstukken lijkende medailles en penningen (hierna de „eerste ontwerpverordening”) en inzake een voorstel voor een Verordening van de Raad houdende de wijziging van Verordening (EG) nr. 2183/2004 betreffende op euromuntstukken lijkende medailles en penningen (hierna de „tweede ontwerpverordening”) (hierna samen „ontwerpverordeningen”) (1).

De bevoegdheid van ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op artikel 123, lid 4, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voor de eerste ontwerpverordening en op artikel 105, lid 4, voor de tweede ontwerpverordening, aangezien het monetaire aangelegenheden betreft. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17, lid 5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

1.   Algemene opmerkingen

Door de verduidelijking van de specifieke elementen van de ontwerpen op officiële euromunten die niet mogen gebruikt worden op medailles en penningen die op euromunten lijken, en door de vaststelling van de door de Commissie te gebruiken criteria bij de voorbereiding van een advies betreffende de naleving van Verordening (EG) nr. 2182/2004 (2), verstrengt de eerste ontwerpverordening de beschermende bepalingen van Verordening (EG) nr. 2182/2004 tegen verwarring en fraude betreffende medailles en penningen die voor euromunten zouden kunnen gehouden worden. Het verhoogt ook de transparantie in het besluitvormingsproces van de Europese Commissie.

Aangezien euromunten in omloop kunnen zijn buiten het grondgebied van de lidstaten die de euro aangenomen hebben, is het belangrijk dat er een zekere graad van bescherming wordt geboden aan euromunten in lidstaten die de euro nog niet aangenomen hebben wat betreft activiteiten zoals namaak, die de geloofwaardigheid als wettig betaalmiddel is gevaar zou kunnen brengen.

2.   Specifieke opmerkingen

2.1.   Gelijkaardigheid van het ontwerp op de oppervlakte van medailles en penningen

In vergelijking met artikel 2, onder c), van Verordening nr. 2182/2004, geeft het nieuwe artikel 2, lid 1, onder c) een meer gedetailleerde beschrijving van de op de oppervlakte van euromunten zichtbare ontwerpen of de delen ervan die niet mogen gereproduceerd worden op medailles en penningen. Ter verhoging van het beschermende karakter van deze bepaling beveelt de ECB aan een uitdrukkelijke verwijzing naar het euroteken en de termen „euro” of „eurocent” op te nemen in artikel 2, lid 1, onder c), punt i). De ECB erkent dat deze termen of het eurosymbool in het actuele ontwerp van artikel 2, lid 1, onder c), punt i) niet uitgesloten worden, door ze echter te vermelden zou het voorstel van de Commissie duidelijker zijn en zouden de beschermingsbepalingen meer kracht bijgezet worden. Bij het grote publiek zou namelijk niet alleen verwarring kunnen ontstaan als de termen „euro”, „eurocent” of het eurosymbool gebruikt worden op medailles of penningen, wat verboden is overeenkomstig het nieuwe artikel 2, lid 1, onder c), maar ook als een ontwerp wordt gebruikt met elementen die lijken op deze termen en dat symbool.

2.2.   Transparantie van het besluitvormingsproces

Volgens de memorie van toelichting bij de eerste ontwerpverordening heeft de Commissie nauw samengewerkt met de deskundigen op het gebied van valsemunterij bedoeld in artikel 4, lid 1, van het Besluit 2005/37/EG van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETSC) en tot coördinatie van de maatregelen ter bescherming van de euromunten tegen namaak (3) bij het onderzoek of Verordening (EG) nr. 2182/2004 nageleefd werd, en is de Commissie van mening dat dit overleg verder moet gevoerd worden. De eerste ontwerpverordening verwijst echter in de derde overweging alleen naar „overleg met de lidstaten”. De ECB stelt bijgevolg voor in het nieuwe artikel 2, lid 2 uitdrukkelijk te verwijzen naar de deskundigen op het gebied van valsemunterij, met name omdat een van de hoofddoelstellingen van de eerste ontwerpverordening de hogere transparantie van het besluitvormingsproces is.

2.3.   Derogaties mits machtiging

Het nieuwe artikel 4 betreffende derogaties mits machtiging voorziet niet in een procedure voor het aanvragen van een derogatie op de beschermingsbepalingen van artikel 2. De ECB meent dat passende bewoordingen wat dat betreft moeten opgenomen worden.

In dezelfde geest zou het besluitvormingsproces zelfs meer transparant zijn als de eerste ontwerpverordening de voorwaarden zou opnemen voor de machtiging tot een derogatie door de Commissie. Het nieuwe artikel 4 is meer bepaald vaag wat betreft de „gecontroleerde gebruiksomstandigheden” waaronder medailles en penningen de termen „euro” en „eurocent” of het eurosymbool mogen gebruiken en wat betreft de vraag wanneer „geen gevaar voor verwarring bestaat”. Ter verhoging van de transparantie en ter verbetering van de rechtszekerheid, zou het goed zijn als het nieuwe artikel 4 meer volledige en/of illustratieve bewoordingen zou hebben wat betreft de algemene voorwaarden voor een machtiging tot een derogatie door de Commissie.

2.4.   Toepassing van de eerste ontwerpverordening op Monaco, San Marino en Vaticaanstad

Er bestaan al monetaire overeenkomsten tussen i) Frankrijk, namens de Europese Gemeenschap, en Monaco, en tussen ii) Italië, namens de Europese Gemeenschap, en San Marino en Vaticaanstad. Krachtens deze overeenkomsten hebben Monaco, San Marino en Vaticaanstad het recht euromunten met een status als wettig betaalmiddel met artistieke kenmerken op de nationale zijde uit te geven. Aangezien de visuele kenmerken van deze euromunten afwijken van de visuele kenmerken van de door de lidstaten die de euro aangenomen hebben, zouden de beschermingsbepalingen van de eerste ontwerpverordening ook moeten gelden voor de door Monaco, San Marino en Vaticaanstad uitgegeven munten. De respectievelijke monetaire overeenkomsten en/of de op basis van deze monetaire overeenkomsten aangenomen wettelijke bepalingen moeten dus gewijzigd worden opdat de inhoud van de eerste ontwerpverordening ook geldt voor Monaco, San Marino en Vaticaanstad.

2.5.   Raadpleging van de ECB betreffende de tweede ontwerpverordening

Anders dan de eerste ontwerpverordening, verwijst de tweede ontwerpverordening niet naar het advies van de ECB. Aangezien beide ontwerpverordeningen binnen het bevoegdheidsgebied van de ECB vallen, moet de preambule van de tweede ontwerpverordening gewijzigd worden en verwijzen naar het advies van de ECB.

3.   Formuleringsvoorstellen

Voor zover het bovenvermelde advies tot wijzigingen in de ontwerpverordeningen zou leiden, zijn formuleringsvoorstellen bijgevoegd in de bijlage.

Gedaan te Frankfurt am Main, 8 oktober 2008.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


(1)  COM(2008) 514 def., deel I en II.

(2)  PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1.

(3)  PB L 19 van 21.1.2005, blz. 73.


BIJLAGE

Formuleringsvoorstellen

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen  (1)

Wijziging 1

Artikel 2, lid 1, onder c) i), zoals vermeld in artikel 1 van de eerste ontwerpverordening

„i)

een ontwerp, of delen daarvan, voor euromunten, waaronder met name de twaalf sterren van de Europese Unie, de geografische voorstelling en de cijfers, zoals deze worden weergegeven op euromunten, of”

„i)

een ontwerp, of delen daarvan, voor euromunten, waaronder met name de termen „euro”, „eurocent”, het eurosymbool, de twaalf sterren van de Europese Unie, de geografische voorstelling en de cijfers, zoals deze worden weergegeven op euromunten, of”

Rechtvaardiging — Zie paragraaf 2.1 van het advies

Wijziging 2

Artikel 2, lid 2, zoals vermeld in artikel 1 van de eerste ontwerpverordening

„2.   De Commissie is bevoegd om te beoordelen of:”

„2.   De Commissie, na overleg met de deskundigen op het gebied van valsemunterij bedoeld in artikel 4, lid 1, van het Besluit 2005/37/EG van de Commissie van 29 oktober 2004 tot oprichting van het Europees Technisch en Wetenschappelijk Centrum (ETSC) die zorgen voor de coördinatie van de technische stappen ter bescherming van de euromunten tegen valsmunterij  (2) is bevoegd om te beoordelen of:”

Rechtvaardiging — Zie paragraaf 2.2 van het advies

Wijziging 3

Overwegingen bij de tweede ontwerpverordening

„Gezien het voorstel van de Commissie,

„Gezien het voorstel van de Commissie,

Gelet op het advies van het Europees Parlement,

Gelet op het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

Overwegende dat:”

Overwegende dat:”

Rechtvaardiging — Zie paragraaf 2.5 van het advies


(1)  Vetgedrukte tekst betreft door de ECB voorgestelde toe te voegen tekst.

(2)  PB L 19 van 21.1.2005, blz. 73.


Top